Onder architectuur gebouwd: het Rietveld-Schroderhuis te Utrecht

Het Rietveld-Schröder huis (1924), dat architect-meubelmaker Gerrit Rietveld (1888 -1964) in nauwe samenwerking met opdrachtgeefster Truus Schröder (1889 – 1985) ontwierp, is echt zo’n huis dat op Funda zou worden omschreven als onder architectuur gebouwd. Het wijkt visueel sterk af van de omringende huizen en ook in het interieur is alles anders dan anders. Het huis lijkt van een andere wereld, elk contact met het alledaagse leven schuurt. Misschien is daarom de ware kunst niet zozeer dat Rietveld en Schröder het huis hebben bedacht, maar dat ze het ook jarenlang hebben bewoond

Eerst maar iets over de kwalificatie onder architectuur gebouwd. Bij het grote publiek heerst de hardnekkige misvatting dat architectuur een vorm van kunst is en alléén bijzondere gebouwen -zoals het Rietveld-Schröder huis- ‘architectuur’ zijn. Dit is onjuist: bijna alle gebouwen -en zeker alle woningen op Funda- zijn ooit min of meer ontworpen door architecten. De halve wereld is dus onder architectuur gebouwd.

Het Rietveld-Schröderhuis moet daarom in eerste instantie als een ‘gewoon’ huis worden opgevat. Zo is het ten slotte bedoeld –niet voor niets heeft Truus Schröder bijna 60 jaar in het huis gewoond.  Het maakt de betekenis eigenlijk alleen maar radicaler. Stel je eens voor dat je rond 1925 nietsvermoedend door de Utrechtse Prins Hendriklaan loopt en je voor het eerst het Rietveld-Schröderhuis ziet. Het is zó anders dan je gewend bent dat je het gebouw misschien niet eens zou herkennen als een huis.

CIMG5047   CIMG5046

Maar waarom was het dan zo anders? Nadat Truus Schröder weduwe was geworden, besloot ze een radicaal nieuw begin te maken en nam architect-meubelmaker Gerrit Rietveld in de arm voor het ontwerp van een nieuw huis. Rietveld was bekend vanwege zijn meubels die hij volgens de beginselen van ‘De Stijl’ had ontworpen en Schröder wenste een volledige woning op basis van dezelfde principes.

Welke principes waren dit? ‘De Stijl’ was een beweging tussen 1917 en 1930, die bestond uit aanjager Theo van Doesburg en een groep van meer of minder betrokken geestverwanten, waarvan Rietveld er één van was. Het basisstreven was het zoeken van elementaire, universele waarheden in kunst en architectuur. Dit probeerde men te bereiken door het werk te ontdoen van overbodige elementen en het werk steeds verder te abstraheren. Zo ook Rietveld, die zijn meubels versoberde tot een minimalistisch samenspel van losse vlakken en balkjes. In plaats van het creëren van een herkenbaar object, probeerde met zijn meubels Rietveld ruimtes te ontwerpen. Het materiaal speelde hierbij slechts een geleidende, ondergeschikte rol.

CIMG5059 CIMG5058

Het Rietveld-Schröderhuis kan worden beschouwd als de uitvergrote versie van Rietvelds meubelontwerpen. Het huis is namelijk óók een samenspel van vlakken en balken die losjes rond elkaar zijn geschikt met als doel de omringde ruimte te bepalen.

CIMG5053 CIMG5050

Het huis bestaat uit twee bouwlagen die een sterk verschillend karakter hebben. De begane grond heeft een relatief conventionele indeling met de entreehal, keuken, de verblijfsruimte voor het dienstmeisje en een studeerkamer. In het midden van de woning is een trap naar de etage. Deze etage was de verblijfsverdieping van Truus Schröder en haar kinderen en bestaat uit een grote, open ruimte waarbij elke hoek is gereserveerd voor één van de bewoners. Een ingenieus systeem van flexibele wanden geeft de gelegenheid om delen van de ruimte af te zonderen van de rest.

Belangrijk is dat –net als bij de meubelontwerpen- géén hoeken bestaan. Waar elementen uit twee richtingen bij elkaar komen, zijn deze aan de zijkanten tegen elkaar bevestigd, wat een gevoel van onbegrensdheid oproept. Zo lopen interieur en exterieur in elkaar over en eenmaal binnen weet je nooit in welke ruimte van het huis je precies bent.

CIMG5056 CIMG5055

Bij de totstandkoming speelde Truus Schröder een cruciale rol. Waar Rietveld het ontwerp benaderde vanuit een theoretische visie over ideale vorm en ruimte, streefde Schröder voornamelijk naar het zo zuiver mogelijk gebruik van het huis. Meerdere malen stuurde ze Rietveld terug naar de tekentafel om het ontwerp aan haar bruikbaarheideisen aan te passen.

Dankzij Schröder kreeg het reeds radicale karakter van Rietvelds ontwerp een extra dimensie. De compositie van ruimtelijke vlakken en balken gaf uiteindelijk niet alleen vorm aan een continue ruimte, maar ook aan een continu gebruik. Een trap die óók als zitje om een telefoongesprek te voeren kan worden gebruikt. Een slaapvertrek dat na wegklappen van wat wanden óók woonvertrek wordt. Hierin schuilt het cruciale verschil tussen de architectuur van het Rietveld-Schröderhuis en de overige kunstuitingen van ‘de Stijl’: dit ontwerp probeerde ook het dagelijks gebruik van de ruimte naar elementaire principes te structureren.

Daarmee is het Rietveld-Schröder huis misschien wel de meest vergaande toepassing van het gedachtengoed van ‘de Stijl’: terwijl een schilderij slechts een tweedimensionale voorstelling geeft is dit huis van directe invloed geweest op 60 jaar lang dagelijks gebruik. Dát zou de werkelijke betekenis van onder architectuur gebouwd moeten zijn: het dagelijks gebruik structurerend, een gebruiksleven lang….

Één reactie

  1. pepijnbakker

    Reactie via linkedin:
    Ik meen me te herinneren dat Rietveld herhaaldelijk teruggefloten werd door Schröder. Ze wilde een huis dat zich niet conformeerde aan de status quo van dat moment, een woning met een vloeiende interne organisatie en een sterk verband tussen binnen en buiten. Rietveld gaf hier gehoor aan in de vorm van een grafische vertaling van het Raumplan. Mooie synergie tussen opdrachtgever en architect waar beiden in gelijke delen verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat.
    Ik denk niet dat Rietveld een dergelijke woning ontworpen had wanneer het zijn eigen woning betrof. -Danny van Kessel

    Like

Plaats een reactie