Toen ik de berging van mijn appartement voor het eerst betrad vond ik er een oude racefiets. Het frame was verroest, het licht was kapot en wisselen van versnelling was in eerste instantie onmogelijk. Maar toch: tijdens een testritje bleek dat je op de fiets nog goed kon rijden en het ging behoorlijk hard.
Nou speelde ik al langer met het idee om serieus te gaan racen met een fiets. Van de vader van mijn vriendin kreeg ik voor mijn verjaardag al een racefiets, die momenteel in Maastricht staat, en ik had ook al een fiets-outfit gekregen. Alleen de mogelijkheid deed zich nooit voor om daadwerkelijk te gaan koersen. Met die verroeste fiets stond niets mij nog in de weg. Op een avond trok ik mijn outfit aan, ik vulde een bidon en vertrok in volle vaart.
Ik zette koers richting de Erasmusbrug. De stoplichten sprongen achter elkaar op groen toen ik ze benaderde. Ik voelde me al snel vermoeid, maar vanwege de groene golf waarin ik was beland, had geen reden om het rustig aan te doen en dus zette ik door. Zwetend en met pijn in de benen bereikte ik de voet van de Erasmusbrug. De eerste col van de rit zou nu genomen moeten worden.
De Erasmusbrug heeft een lastige opgang. De brug is niet echt steil, maar de helling is vooral erg lang. In eerste instantie zet je de klim daarom in met een flinke snelheid, maar halverwege raak je verzuurd en moet je lijden totdat je boven bent. Vaak genoeg zie ik mensen afstappen om een stukje van de klim naar boven te lopen. Ik haalde het tot de top, maar was eenmaal boven helemaal buiten adem.
Na de Erasmusbrug sloeg ik rechtsaf en reed over de Boompjes. Links van me passeerde ik de woontorens van Klunder en rechts keek ik uit over de Maas. Niet dat ik er veel van mee kreeg, ik focuste me voornamelijk op de weg voor me. Ik concentreerde me op het ritme van mijn benen. Het moest hoog blijven, ik wilde niet verzwakken.
De opgang van de Willemsbrug was minder zwaar dan die van de Erasmusbrug. In no time was ik boven en keek ik uit over het panorama van gebouwen aan weerszijden van de Maas. De belichting van de Erasmusbrug was net ontstoken, het werd langzaam donker. Wat een uitzicht!
Op het noordereiland fietste ik langs de kade. Ik perste mijn laatste krachten uit mijn benen. Op de kop van het eiland hield ik stil en stapte af. Trillend van de inspanning waggelde ik naar een bankje en plofte neer.
Vanaf het bankje keek ik uit over het water. Recht voor me rees de Erasmusbrug op. De fel verlichte kabels en pylonen staken scherp af tegen de veelkleurige hemel. Het KPNgebouw van Piano op de kop van Zuid schreeuwde met zijn lichtreclame om aandacht. Dan waren de twee Hoge Heren van Aretz, aan de noordkant, heel wat ingetogener.
Ondertussen gutste het zweet over mijn gezicht, ik perste mijn bidon leeg. Op de brug zag ik fietsers de helling op rijden. Ze trokken aan hun stuur bij elke slag van hun trapper. Zouden het minder zwaar zijn als ze zouden zien wat ik zag? Jezelf zien van opzij terwijl je de mooiste brug van de wereld beklimt, dat moet een verschil maken. Je leven zou sowieso anders zijn als je jezelf zou zien van opzij. Ik zou mezelf van opzij zien zitten, zien opstaan en mijn fiets weer zien beklimmen. Van opzij zou ik zien dat ik de rit weer vervolgde….
Ik koerste via de andere kade van het Noordereiland naar de eerste Willemsbrug, naast de Hef. In Zuid aangekomen reed ik over de Stieltjesstraat terug naar de Erasmusbrug. Een zalig gevoel overviel me. Mijn benen tintelden, ik voelde een fijne warmte opstijgen. Bij de voet van de brug kon ik kiezen: óf terug naar mijn appartement, óf nog een rondje. Ik sloeg rechtsaf, enthousiast door het fijne gevoel wilde ik verder gaan….
Dat het tweede rondje Rotterdamse Maasbruggen enorm zwaar was en ik top van de Erasmusbrug slechts op wandelsnelheid bereikte en onderwijl ingehaald werd door hardlopers op het voetgangersgedeelte, is niet meer dan logisch. De grootste fout van beginnende sporters is denken dat ze van zichzelf al heel wat kunnen. Uitgeput kwam ik weer thuis. Fietsen tussen de artefacten van het Rotterdamse water is geweldig. Racen over de bruggen is echter een verhaal apart. Maar hoe moe ik ook was: het was voor herhaling vatbaar….