Hoe goed de koopgoot is

Rotterdam heeft een bijzonder winkelgebied dat officieel “Beurstraverse” heet, maar in de volksmond bekend staat als “Koopgoot”. Bijzonder aan het ontwerp van het winkelgebied (van architect Pi de Bruin) is dat het volledig is afgestemd op het koopgedrag van consumenten. Om me heen (vooral in architectuurkringen) hoor ik negatieve geluiden over het gebied. Het gedrag van mensen zou te veel geregisseerd zijn, in de winkels zouden slechts massaproducten te koop zijn en bovendien is het gebied dan wel openbaar, maar niet onderdeel van “het publiekelijk domein”. Er is te weinig ruimte voor individuele expressie en beleving. Daarom, zo concludeert men, is de koopgoot als openbaar gebied slecht.

Het grappige is dat ik me kan vinden in alle hierboven genoemde kenmerken, maar dat ik juist daarom het ontwerp heel erg goed vind. Dit is ongetwijfeld mede omdat ik een groot fan ben van winkelen en ik de mogelijkheid van “opgaan in de massa” als een erg goede eigenschap van openbare gebieden beschouw. Maar er zit meer achter mijn fascinatie voor de Koopgoot en dat zal ik hieronder verder proberen te verklaren.

Het eerste dat over de Koopgoot moet worden gezegd, is dat het op een niet eerder vertoonde wijze drie grote warenhuizen, een stuk of twintig kledingwinkels, een metrostation en een aantal omringende straten aan elkaar knoopt. De koopgoot is zodoende niet slechts een “goot”, maar een drie dimensionaal netwerk. Een netwerk van koppelingen op verschillende straatniveaus, verbindingen onderlangs de drukke autobanen van de Coolsingel en een naadloze overgang op het nog grotere stedelijke netwerk van de Rotterdamse metro. De Koopgoot is alleen al onnavolgbaar omdat het zoveel kortsluitingen tussen plekken in de stad mogelijk maakt, een prestatie op zich.

Tijdens een college dat ik volgde aan de TU hoorde ik gastspreker Siebe Thissen ooit zeggen dat de goot “wel openbare ruimte is, maar geen publiek domein.” Hij bedoelde hiermee dat het gebied wel bereikbaar is voor iedereen, maar geen eigendom. Hier heeft hij gelijk in: de Koopgoot is op papier niet van de gemeente Rotterdam, maar van een commerciële instelling. De koopgoot is dus privé-eigendom waar mensen ook mogen komen.

Dit laatste houdt in dat er speciale regels in het gebied gelden die in “gewone” openbare ruimte niet gelden en bovendien kunnen mensen de toegang worden geweigerd. Zo mag je niet filmen of fotograferen in het gebied, zwervers worden verjaagd en ten slotte heerst er een verbod op samenscholing. Het is namelijk verboden om met meer dan twee mensen tegelijk stil te staan.

Over dit alles kan je je heel erg druk maken, (en dat doen mensen zich ook, want je mag toch niet zomaar accepteren dat “onze” openbare ruimte wordt afgepakt en je als individu regels op worden gelegd?) maar als je over de consequenties van het bovenstaande nadenkt is het allemaal minder erg dan het op papier lijkt. Als je in de koopgoot bent, wil je toch ook niets anders dan in etalages kijken en winkels in- en uitgaan? Als ik aan het winkelen ben, heb ik geen behoefte om te worden geconfronteerd met mensen die de straat op een andere manier gebruiken dan ik doe. Ik hoef geen dronken zwervers, slechte straatartiesten, enquêteurs en hangjeugd om me heen.  Dankzij de gestelde regels weet ik dat andere mensen zich zullen gedragen zoals ik me gedraag: als winkelbezoeker, en dat vind ik juist erg fijn.

Dat er slechts massaproducten in de winkels te koop zijn is waar. Warenhuizen als HEMA en V&D en kledingzaken als H&M, ZARA, C&A, WE en The Sting bieden waar aan die identiek is aan hetgeen in vestigingen door heel Nederland en soms zelfs over de hele wereld te verkrijgen is. De goedkope prijzen zijn ontstaan door standaardisatie en massaproductie. Je zou  zeggen dat de aanwezigheid van deze ketens ertoe leidt dat iedereen hetzelfde gekleed gaat. Dit laatste heb ik echter nog nooit gemerkt. Ik heb zelfs het idee dat de aanwezigheid van grote winkelketens heeft geleid tot een veel grotere variatie in manier waarop mensen zich kleden. Grote warenhuizen met gestandaardiseerde waar bestaan bij de gratie van winkeltjes waar wat uniekere kledingstukken te koop zijn en andersom.

Simultaan hiermee kan worden gesteld dat het gebied rondom de Koopgoot bestaat bij de gratie van de aanwezigheid met meer downtown winkelgebieden, waar juist niet gestandaardiseerde waar te koop is (zoals de omgeving van de Nieuwe Binnenweg) en andersom. Het geeft nogmaals weer hoe sterk de Koopgoot verweven is met de rest van het Rotterdamse winkelgebied en hoe het de stad als pool van winkelen voor de massa stimuleert. Zo gaat dat.

Wat ik persoonlijk minder vind aan het winkelgebied (maar waar ik anderen nauwelijks over hoor,) is dat de ingreep op een te eclectische manier is vormgegeven, terwijl de omringende gebouwen (het WTC, winkelcentrum “The Mall” en de “Beursgallerij” ) juist erg modernistisch/ postmodernistisch zijn vormgegeven. De verschillende stijlen vloeken nogal met elkaar. Wat betreft vormgeving had de Koopgoot eenduidiger en dus beter gekund.

Zoals gezegd: ik kan voor 100% beamen dat de Koopgoot een bijzonder winkelgebied is waarbij mensen in een bepaald gedrag worden gedwongen, dat het gebied openbaar is maar geen publiek domein en dat er voornamelijk massaproducten worden verkocht. Dit is erg goed omdat het gebied zodoende het winkelen an sich stimuleert en het als pool functioneert binnen het totale Rotterdamse winkelgebied. Ten slotte is het gebied als ruimtelijke structuur erg geslaagd. Eigenlijk zouden er meer Koopgoot-achtige projecten moeten worden gerealiseerd in Nederlandse steden, maar dan met een iets betere vormgeving, want die blijft knudde.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s