De opkomst van nieuwe technieken voor ontwerp en communicatie hebben het vak van architect sterk veranderd. Niet alleen zijn de middelen van de architect steeds geavanceerder, óók de omringende wereld gaat dankzij nieuwe technologie op een totaal andere manier met diens digitale pennenvruchten om. In dit artikel in vakblad ‘De Architect’ doe ik verslag van een bijeenkomst in Het Nieuwe Instituut waar nieuwe concepten werden getest.
De opkomst van nieuwe technieken voor ontwerp en communicatie hebben het vak van architect sterk veranderd. Niet alleen zijn de middelen van de architect steeds geavanceerder, óók de omringende wereld gaat dankzij nieuwe technologie op een totaal andere manier met diens digitale pennenvruchten om. Complexe technologie die voor een lagere prijs een waardevoller ontwerp mogelijk maakt, zorgt tegelijk voor een forse waardevermindering omdat deze ontwerpen gemakkelijker kunnen worden gekopieerd en gerubriceerd. Reden voor architect Matthijs Bouw en zijn initiatief ‘A Mies for all’ om een avond te beleggen in het Nieuwe Instituut om op een speelse manier de status van de architect in een tijd van nieuwe technologie te bediscussiëren.
Alleen al het format was de ruim twee uur durende zit –en de pijnlijke billen, dankzij de nog altijd harde banken van het auditorium van Het Nieuwe Instituut- meer dan waard. Een publiek van ongeveer 50 belangstellenden kreeg een eigenzinnige versie van ‘Dragon’s den’ voorgeschoteld, waarbij –analoog aan het tv programma- vijf architecten/ontwerpers hun met nieuwe technologieën geladen business models pitchten voor vier ‘Dragons’, ondernemers van buiten de architectuurpraktijk. Het bleek een recept voor een luchtig, maar toch serieus gesprek over de benodigde herpositionering van het vak.
Van productgericht naar dienstgericht
Al meteen bij de eerste pitch was het raak. Architect Matthijs Bouw en kunstenaar Pierre Bismuth presenteerden hun project ‘A Mies for all’. Nadat Bismuth de ideologische motivatie had uiteengezet, vertelde Bouw over de stappen die het collectief had ondernomen om op basis van Mies van der Rohe’s Farnsworth house een duurzamere, goedkopere en gemakkelijk monteerbare do-it-yourself versie te maken.
De dragons, die welwillend serieus op dit overduidelijk conceptueel ingestoken initiatief reageerden, bleken grote moeite te hebben met het idee om alléén de tekeningen te verkopen. Informatie op zichzelf heeft met het tegenwoordige gemak om data te uploaden en illegaal te delen geen waarde meer.
Daarmee stipten ze een potentiële crisis binnen de architectuurpraktijk aan: waar het bouwplan vroeger een uitstekend product was om geld voor te vragen, is de architect tegenwoordig noodzakelijkerwijs een dienstverlener geworden. Plannen zijn immers met groot gemak te kopiëren en met de opkomst van ‘big BIM’ is zelfs het auteursrecht van het -immers gezamenlijk gebouwde- 3d model niet meer te claimen. Met alle veranderingen in contractvormen en honoraria van dien.
Dienstverlening náást het aloude architectenvak
Dit is precies waardoor de ‘pitch’ (of eigenlijk de bureaupresentatie) van Jelle Feringa de dragons een stuk beter beviel. Feringa, eigenaar van EZTC architecture én startup Odico, heeft zich ontwikkeld van architect die nieuwe technologie betrekt in zijn ontwerppraktijk tot een dienstverlener die met computergestuurde robots vormen uitfreest uit styrofoam, steen en beton.
Levendig vertelde Feringa hoe het omhelzen en benutten van nieuwe technologie hem tot een veelgevraagde en goedbetaalde dienstverlener maakte, met klanten van overwegend buiten de klassieke bouwpraktijk. Het zorgt ervoor dat hij architectuur inmiddels als een hobby náást zijn dienstverlening beoefent.
Ook dit is anno 2013 meer dagelijkse praktijk dan het high brow gehalte van Feringa’s presentatie doet vermoeden. Architectenbureaus ontplooien in grote getale activiteiten naast het maken en realiseren van een gebouwontwerp. Bureaus als Topos, VDNDP en ZEEP specialiseren zich in BIM en bieden hun modelleerdiensten met succes aan andere partijen aan, waaronder andere architecten en aannemers. Architectenbureaus profileren zich daarmee als specialistische dienstverleners waarbij architectuur één van de diensten in het pakket is geworden.
Een architectenpraktijk van kennisdeling
De bijdrage van Ben van Berkel stond het verste weg van een ‘pitch’, maar leverde desalniettemin een interessante discussie op. Van Berkels UN studio, al jarenlang niet vies van het publiekelijk beschouwen en herdefiniëren van de eigen bureaupraktijk, heeft onlangs een eigen openbaar kennisplatform opgericht waar bureaumedewerkers en buitenstaanders kennis kunnen delen en ontwikkelen. Hiermee hoopt het bureau kennisontwikkeling te accelereren en de bureaupraktijk te versterken.
Het verleidde de dragons tot een discussie over de waarde van kennisdeling op zichzelf. Nog veel belangrijker dan statische kennis is de persoon die de deze kennis draagt en er ook iets mee kan. Die weet kennis daadwerkelijk waarde te geven en –belangrijker nog- is niet te kopiëren.
Ook dit is een tendens die de laatste jaren opgang vindt: architectenbureaus die zich als netwerk van specialisten hebben georganiseerd. Soms letterlijk een collectief van individuen die afhankelijk van de opdracht samen optrekken. En de initiatiefnemers van IDNA, Open Coöp en Upfrnt hebben zelfs de ontwerperscoöperatie weer uit de mottenballen gehaald.
Idealist of ondernemer
Tegen het einde van de avond belandden de pitchers en dragons bij de vraag of de architectuurpraktijk wel in ‘verdienmodellen’ te vatten is. Matthijs Bouw verklapte het ondernemerschap alleen als een middel te zien om zich op intellectueel niveau te verrijken. Daarmee belandde men bij de fundamentele vraag of de architect eerst idealist is en daarna pas ondernemer, of andersom eerst ondernemer en daarna idealist. Het bleek een vraag waarop óók in de huidige tijd geen eenduidig antwoord te geven is. In dát opzicht bleek er nieuws onder de zon. Een geruststellende gedachte.
‘A Mies for all, new technologies, new business models for architects’, op 11 november 2013 in Het Nieuwe Instituut. Sprekers: Matthijs Bouw, Pierre Bismuth (A Mies for All), Thomasz Jaskiewicz (Self building building), Jelle Feringa (EZTC architecture / Odico), Ben van Berkel (UN studio), Anne Filson, Gary Rohrbacher (AtFAB). Dragons: Lars Marsman (Proper Stok Heijmans), Boris Veldhuisen van Santen (serial internet entrepeneur), Bas van Dam (Being development), Mark Vernooij (THNK, Amsterdam school of creative leadership). Moderator: Brandan Cormier (managing editor Archis-Volume).
Bakker, P (2013). Zet nieuwe technologie het architectenvak op zijn kop? De Architect, jaargang 44 (11), pp 13.